CNC-machines (Computer Numerical Control) worden veel gebruikt in industriële productieprocessen om verschillende taken te automatiseren, waaronder snijden, vormgeven en boren.Deze machines zijn gebaseerd op een reeks instructies die bekend staan als G- en M-codes.. G-codes regelen de bewegingen van de machine, terwijl M-codes zorgen voor de hulpfuncties.
G-codes zijn essentieel voor het regelen van de beweging van de CNC-machine.G-codes zijn verantwoordelijk voor het starten en stoppen van de spindelrotatie, gereedschapsbeweging in verschillende richtingen (zoals X-, Y- en Z-assen), gereedschapswisselingen en koelmiddelactivering.Deze instructies zijn essentieel voor een nauwkeurige bediening van het snijgereedschap om de gewenste vorm op het werkstuk te krijgen.
M-codes, in tegenstelling tot G-codes, verwerken hulpfuncties die van invloed zijn op het gedrag van de totale CNC-machine.zoals het aan- en uitschakelen van het koelmiddel, het activeren van de spindel, het openen en sluiten van de klemmen en het automatisch vervangen van het gereedschap.M-codes worden vaak gebruikt om taken uit te voeren die geen verband houden met de werktuigbeweging, maar die cruciaal zijn voor succesvolle en veilige bewerkingen.
Om G- en M-codes in een CNC-machine te programmeren, gebruikt een programmeur meestal een gespecialiseerde software-applicatie, vaak bekend als CAM (Computer-Aided Manufacturing) -software.De software helpt bij het genereren van de benodigde code door de instructies van de gebruiker om te zetten in de juiste G- en M-codesDe programmeur bepaalt de volgorde van de vereiste bewerkingen, specificeert het juiste gereedschap en stelt de snijparameters, die vervolgens worden vertaald in G- en M-codes.